Geef aan het stadsbestuur uw bemerkingen door over het Oudenaards mobiliteitsplan!

29 April 2011

Geef aan het stadsbestuur uw bemerkingen door over het Oudenaards mobiliteitsplan!

Op 7 april 2011 werd in de Woeker de verbreding en verdieping van het in 2002 goedgekeurde mobiliteitsplan toegelicht. Nog tot 8 mei kan iedereen aan het stadsbestuur bemerkingen doorgeven bij de aanpassingen van het plan. De vertegenwoordiger van het ontwerpbureau zei in zijn inleiding dat een van de belangrijkste redenen van een mobiliteitsplan het uittekenen van een duurzaam parkeerbeleid is. Het is echter noodzakelijk dat bij dit parkeerbeleid altijd het STOP-principe gehanteerd wordt.Het STOP-principe is een beleidskeuze met voorrang voor voetgangers (Stappers), fietsers (Trappers) en collectief vervoer (Openbaar vervoer). Pas daarna komt het Privévervoer. Het stadsbestuur ondertekende module 1 van het Mobiliteitsconvenant. Een van de uitgangspunten van de module is dat parkeren ondergeschikt is aan het STOP-principe: comfortabele bereikbaarheid voor voetgangers, fietsers en openbaarvervoergebruikers primeert op autoparkeren.

Na de uiteenzetting van 7 april en bij het doornemen van het mobiliteitsplan (door iedereen te consulteren op www.oudenaarde.be/export/sites/oudenaarde/documenten/Inwoners_document/leven_in_de_stad/mobiliteit/beleidsplan_oudenaarde_versiePT.pdf) stellen we vast dat er voor voetgangers en fietsers heel wat pijnpunten blijven. Ook het openbaar vervoer kan beter.

Indien u het met ons eens bent, vragen wij u onderstaande bemerkingen (al dan niet gedeeltelijk) over te nemen en aan het stadsbestuur te bezorgen (ook als bijlage onderaan). U kan uiteraard zelf nog zaken toevoegen. Uiterlijk op 8 mei 2011 dient u uw bemerkingen door te sturen naar [email protected] (het hoeft niet per brief te gebeuren).

 

Geachte Heer Burgemeester

Geachte Schepenen

Bij de verbreding en verdieping van het mobiliteitsplan van de stad Oudenaarde, vragen wij u om rekening te houden met onderstaande opmerkingen.

  1. Oudenaarde heeft rond het stadscentrum een aantal fietspaden die aaneengeschakeld kunnen worden tot een heuse fietsring (zie de met rode blokjes aangeduide "Fietsroute centrum" op kaart 11 op pag. 46 van het plan). Deze aaneenschakeling van mooie fietspaden rond het centrum kan uitgebouwd worden tot dé te gebruiken weg voor fietsers. De plaatsen waar deze fietsroute straten dwarst (o.a. Beverestraat, Jacob Lacopsstraat, Dijkstraat, Prins Leopoldstraat, Bergstraat en Diependale), blijven echter te gevaarlijk en onvoldoende aangeduid om kinderen onbezorgd naar school te kunnen laten fietsen. De oversteken worden momenteel enkel aangeduid met rode verf. Om de veiligheid te verhogen zou de fietsring op een verhoogd verkeersplateau de wegen moeten kruisen. Er zouden ook duidelijkere aanduidingen voor de automobilisten moeten komen, dat hij een kruispunt met de fietsroute nadert.
  2. De Minderbroederstraat tussen de Markt en het rondpunt en de Beverestraat zijn en blijven gevaarlijk voor fietsers. Automobilisten duwen fietsers tegen de kant van de weg wanneer twee auto's elkaar proberen te kruisen. Tijdens de spitsuren, wanneer ook het meeste fietsers door het centrum rijden, worden fietsers verplicht mee aan te schuiven tussen de rij auto's. Dit is allerminst comfortabel en gezond. In het plan is nergens melding van een wijziging zodat het voor fietsers veiliger wordt.
  3. Dezelfde opmerking geldt voor de Nederstraat. Bovendien is de staat van de straat zo slecht dat fietsers genoodzaakt zijn in het midden van de straat te fietsen. Dit leidt dan weer tot extra ergernis van automobilisten. Een eventueel autoluwere Nederstraat zal hieraan weinig veranderen. Ook voor voetgangers is de Nederstraat op veel plaatsen oncomfortabel.
  4. Volgens het plan zal het Tacambaroplein in de toekomst als centrale halteplaats voor bussen gebruikt worden (pag. 34 van het plan). Op die manier wil men minder bussen door de Hoogstraat en de Nederstraat laten rijden. Op het Tacambaroplein wil men ook 20 extra parkeerplaatsen maken. Het plein is nu al heel gevaarlijk voor fietsers (wie al eens van de Nederstraat over het Tacambaroplein richting Beverestraat gefietst heeft, weet wat bedoeld wordt). Waar zal er nog plaats over blijven voor de fietser (en de voetgangers) na de herinrichting van dit plein?
  5. Zowel voor fietsers als voetgangers is de as Markt - Nederstraat/Hoogstraat - Stationsstraat - NMBS-station een belangrijke verbinding. In het voorliggende plan staat dat die as comfortabel moet ingericht worden voor fietsers en voetgangers (zie o.a. pag. 43 van het plan). Het plan vermeldt echter niet hoe dit zal en kan gebeuren. Wij vragen een veilige en veel betere verbinding voor fietsers en voetgangers naar en van het station.
  6. Het plan vermeldt opnieuw de aanleg van fietspaden die van de rijweg gescheiden zijn langs de N8 (o.a. Edelareberg - Kerzelare - Geraardsbergenstraat - Hauwaart) en de N46 (Aalststraat - Wijnendale - Martijn van Torhoutstraat - Abdijstraat - Nederenamestraat - Weldenstraat). Reeds in het verkeerscirculatieplan van 1990 werd de aanleg langs de N8 vermeld. Wij vragen dat het stadsbestuur dringend het initiatief neemt om met de aanleg te kunnen beginnen.
  7. Het fietspad tussen het ziekenhuis, de scholen en de spoorweg Oudenaarde-Ronse stond ook reeds in het plan van 1990. Het fietspad zorgt voor een goede en directe verbinding naar de scholen in de Hoogstraat. Wij vragen dat het fietspad dringend wordt aangelegd.
  8. Op teveel plaatsen in Oudenaarde ontbreekt het nog steeds aan goeie en voldoende fietsstallingen. De fietsparkeerplaats aan het NMBS-station, waarvoor het stadsbestuur verantwoordelijk is, is niet veilig en het type stalling veroorzaakt snel schade aan de fiets. Er zijn te weinig stallingen in het ganse centrum (winkelstraten, Markt, de Woeker, enzovoorts).
  9. Het is wettelijk verplicht dat schoolomgevingen zone 30 zijn. De Minderbroederstraat ter hoogte van de uitgang van het Provinciaal Instituut, is nog geen steeds geen zone 30! We vragen dat ook in het stadscentrum en de woonkernen zone 30 wordt ingevoerd. Dit is al zo voorzien in het mobiliteitsplan van 2002, maar nog steeds niet in voege. Het stadsbestuur kiest in het centrum nl. voor gemengd verkeer (dit wil zeggen dat het verkiest om in het stadscentrum geen fietspaden aan te leggen maar fietsers op de rijweg te laten rijden) en dat impliceert dat men dan zone 30 invoert. We vragen ook dat er in zones 30 een handhavingsbeleid komt met snelheidscontroles (op dit moment worden in Oudenaarde geen snelheidscontroles uitgevoerd in zone 30).
  10. De herinrichting van de Markt komt ook aan bod in het plan (zie pag. 47 en volgende). Een mogelijk scenario is dat bussen in de Hoogstraat in beide richtingen zullen mogen rijden. Duizenden jongeren lopen school in deze straat. De Hoogstraat is te smal, zeker het gedeelte vanaf het Tacambaroplein, om het verkeer er vlot en veilig in twee richtingen te laten verlopen.
  11. Op pag. 3 van het plan staat dat de industriezone de Bruwaan beter bediend wordt door het openbaar vervoer. Is dit werkelijk zo? Wie op de Bruwaan in ploeg werkt, en er zijn meerdere bedrijven met een twee- of drieploegenstelsel, kan niet of moeilijk vanuit het centrum of - niet onbelangrijk voor wie met de trein komt - vanaf het NMBS-station met de bus naar het werk. Voor 6 uur rijdt er bijvoorbeeld geen bus. Ook naar bedrijven gelegen aan de Westerring kan je op dit vroege uur niet met de bus. Het aanbod kan zeker nog verbeterd worden.
  12. Op pag. 3 staat ook vermeld dat een citybus voor een kleinstedelijk gebied als Oudenaarde te hoog gegrepen is. De nabijgelegen steden Ronse en Waregem tonen aan dat dit niet zo is. Ronse heeft stadsbussen die op heel regelmatige basis vier lijnen bedienen. In Waregem rijdt tijdens marktdagen een gratis stadsbus. De Seniorenraad vroeg tijdens de toelichting in de Woeker ook de invoering van stadsbusjes. Wij steunen deze vraag en willen dat Oudenaarde de mogelijkheid onderzoekt om - eventueel in een eerste fase alleen op de marktdag - stadsbusjes te laten rijden.

Wij vragen dat het stadsbestuur bij het uitstippelen van een (duurzaam) mobiliteitsbeleid meer aandacht en ruimte geeft aan de zachte weggebruiker. Momenteel zijn er voor voetgangers en fietsers nog te veel onveilige plaatsen opdat zij zich op een veilige manier kunnen verplaatsen. Pas wanneer die onveilige plaatsen zijn weggewerkt, zullen meer mensen zich te voet of met de fiets verplaatsen. Samen met een ruim aanbod aan openbaar vervoer kunnen deze maatregelen leiden tot een verkeersleefbare en aangename stad.

Met de meeste hoogachting