Liefde en ellende

Liefde en ellende   Brood van weken oud heb ik geweekt in water

en opgegeten, terwijl de kou aan mijn tenen
knaagde. Met naalden heb ik in mijn bloed
gewoeld en gezocht. En niets gevonden.
Ik heb op straatstenen geslapen met honger
die door niets nog gestild kon worden
leek het wel.
 
In nachten, nat en donker, was ik alleen
en mijn stem hoorde niemand. Ziektes
hebben mij bezocht in de jaren, ik wou
vluchten in de dood.
 
Maar niets was erger dan nu, ik wou
dat je bij me kwam en in mijn ogen keek.