"Kunstvoetganger"

Kunstvoetganger Omdat je zacht gestrand was op een duintop, bleef je even turen overheen de zee. Een poosje niet gelovend in je lijf. Zo starend

naar de einder, twijfelde je meer nog aan een Britse overkant dan aan die verre Heer. Je wist wat Hij verfijnd geschapen had

in jou: een heilzaam hijgen, passend bij dat lastig wandelen
of bij het vrijen, als weleer in vaders armen. Zijn gebalde spieren,
zakkend naar gespierde ballen, lieten elke keer je nagels krassen
langs bloedhete bips. Je zweette, zweette toen als deze morgen

op de stille duintop, waar je weer aan Hem begon te denken:
wat had Hij het diepst in jou geschapen? Hartzeer. Niet te zien,
als overzeese krijtrotsen, als ademloze zomerwind, als vader
- jaren al begraven. Toch liet hij de pijn nog dikwijls voelen,

zoals ook je afgezette voet soms doet. Je leven ging niet meer
gesmeerd. Je tobde over jullie laatste avond, toen hij bulderde
als een kanon, zo zat. Zo zat je nuchter op die top vanmorgen,
daalde af, herpakte je en snoof de zilte wind nog mijlenlang.

Rik Dereeper