Samen

Samen

Samen   Moeder, gij hebt mij moeizaam uitgespuwd

En van elk jaar de harde striem verdragen
Want mijn waaien was niet gauw geluwd
Ik wou eerst in alle kieren klagen.
 
In uw hagelwit harnas gemetseld
Zijn wij samen door de tijd verwond
Die ons nimmer wilde dragen
En bittere lijnen kerfde rond de mond:
 
Of er een vrucht is van dat alles
Vraag ik mij niet langer af,
Maar ik probeer u te benaderen,
Nog even, voor het graf.