Stad en provincie op zoek naar nieuwe bedrijventerreinen

07 April 2017

Stad en provincie op zoek naar nieuwe bedrijventerreinen

De stad zoekt samen met de provincie 61,4 ha nieuwe bedrijventerreinen. Voor Groen is het onaanvaardbaar dat de stad haar inwoners niet heeft geïnformeerd over deze plannen. Bovendien is het onbegrijpelijk en kan het niet dat de Langemeersen en het open koutercomplex van Eine en Mullem zich in de zoekzone bevinden. Hoewel het huidige college van burgemeester en schepenen zei dat transparantie dé leidraad van hun beleid zou worden, heeft dat college het er nog steeds moeilijk mee om de bevolking te informeren. De organisator van het muziekfestival op de site van Santens had al zijn toelating nog voor de buurt (en bijna alle leden van de gemeenteraad) op de hoogte waren. Ook voor hun huidige zoektocht naar bedrijventerreinen heeft het college nagelaten de bevolking op een degelijke manier in te lichten.

 

Waar gaat het om?

De stad en de provincie werken aan de voorbereiding van een nieuw Provinciaal Ruimtelijk Uitvoerings-plan (PRUP) met de naam "PRUP Regionaal bedrijventerrein Oudenaarde". Doel van het PRUP is een nieuw bedrijventerrein van 61,4 ha planologisch te verankeren en juridisch mogelijk te maken.

De stad en de provincie maakten in 2008 een ander PRUP op, het "PRUP Afbakening van het kleinstedelijk gebied Oudenaarde". Toen al wilden zij extra bedrijventerreinen ten noorden en ten westen van de huidige Bruwaan. Er kwam veel protest waardoor enkel een gebied ten westen van de N60 vanaf de Molenstraat tot het kruispunt met de Graaf Van Landaststraat (Bruwaan-Noord) definitief als bedrijventerrein werd aangeduid. Andere gebieden werden door de Raad van State vernietigd.

De stad en provincie vinden nu - mede omdat in 2008 meerdere gebieden niet weerhouden werden - dat Oudenaarde te weinig voorraad aan bedrijventerreinen heeft en starten dit nieuwe PRUP. Daarom liep van 23 januari tot en met 22 februari 2017 een eerste openbaar onderzoek, over de kennisgevingsnota van het plan-MER.

 

Wat is een plan-MER?

Het plan-MER is een onlosmakelijk deel van een PRUP en gaat het PRUP vooraf. MER staat voor Milieueffectenrapport en bestudeert de mogelijke effecten op mens, dier en flora. De kennisgevingsnota van het plan-MER beschrijft het plan en een voorstel van de methode waarop de milieueffecten van dat plan in het uiteindelijke plan-MER bestudeerd zullen worden. Op de site van de provincie kan je duidelijk het doel van deze kennisgevingsnota lezen: "Vanuit je kennis van de omgeving kon je de milieueffecten aangeven die volgens jou extra onderzocht moeten worden en de manier waarop dat het best kan gebeuren. Bovendien kon je voorstellen formuleren voor mogelijke locatie- of inrichtingsalternatieven. Milieueffecten zijn onder meer effecten op de gezondheid en veiligheid van de mens, op mobiliteit en ruimtelijke ontwikkelingen, en op bodem, water, lucht, fauna, flora, landschap en geluid."

 

Niemand op de hoogte

Er was echter niemand op de hoogte van dit openbaar onderzoek. Ook wij wisten het pas toen we begin maart in de notulen van het schepencollege van 20 februari 2017 lazen dat er een openbaar onderzoek had gelopen. Het college adviseerde de kennisgevingsnota positief, met andere woorden, het had geen bemerkingen. De kennisgevingsnota staat op de website van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid. Op de pagina's 34 tot en met 37 lees en zie je welke gebieden in de zoekzone zitten: meer dan 150 ha waar zowel het open koutercomplex van Eine en Mullem als het stuk Langemeersen op Oudenaards grondgebied deel van uitmaken! Voor Groen is dit onaanvaardbaar. Bovendien zijn gebieden die eerder door de Raad van State werden vernietigd, opnieuw als zoekzone aangeduid. Onbegrijpelijk.

 

Onze vraag op de gemeenteraad

Op de gemeenteraad van 27 maart 2017 stelden we een vraag over deze zoektocht naar nieuwe bedrijventerreinen. Voor het schepencollege kunnen er geen bedrijventerreinen komen buiten het kleinstedelijk gebied. Meer dan 120 ha van de zoekzone bevindt zich nochtans buiten dat kleinstedelijk gebied. Waarom maakte het schepencollege hierover geen bemerking in zijn advies?

De taakstelling (de aanduiding van 61,4 ha nieuwe bedrijventerreinen) is gebaseerd op het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS) dat meer dan 10 jaar oud is. Groen vraagt een actualisering. De al goedgekeurde zone Bruwaan-Noord (11,5 ha) is niet opgenomen in die 61,4 ha. Met de huidige leegstand én met herlokalisatie van winkels in industriegebied wordt geen rekening gehouden.

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, de basis voor het ruimtelijke beleid van het Vlaamse gewest, stelt dat we de resterende open ruimte maximaal moeten beschermen. De open ruimte staat alsmaar meer onder druk. Is het nodig dat elke stad een minimale reserve aan bedrijventerreinen heeft? Moet de zoektocht en de berekening van de nood naar bedrijventerreinen niet regionaal aangepakt worden?

Voor de schepen van Ruimtelijke Ordening hebben we het volk onterecht bezorgd gemaakt: "Dit was 'nog maar' een kennisgevingsnota. Wanneer het plan-MER klaar is, zal de ganse bevolking het weten en komen er infovergaderingen." Echter, wie herinnert zich nog de opmaak van de oppervlakte-delfstoffenplannen leem (start in 2006) en klei (start in 2008), allebei Ruimtelijke UitvoeringsPlannen? Geen enkele nota wordt gemaakt zonder basis of onderdeel te zijn van een ganse procedure. En waarom werd nu, tijdens het openbaar onderzoek van deze kennisgevingsnota, gevraagd bemerkingen over bijvoorbeeld de aangeduide zoekzones te geven?

 

Hoe gaat het verder?

Op basis van de kennisgevingsnota zal een definitief plan-MER uitgewerkt worden. Daarin zullen dezelfde zoekzones voorgesteld worden (want het college van burgemeester en schepenen had geen bemerkingen en de bevolking kon geen bezwaar maken want was niet op de hoogte). Voor dit plan-MER komt ook een openbaar onderzoek. We volgen dit met Groen zo goed als mogelijk op.

 

"Transparanter bestuur wordt dé leidraad", zie www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20121128_00384692

Blz. 34 van de kennisgevingsnota: "29,6 ha ligt binnen het kleinstedelijk gebied"; m.a.w. meer dan 120 ha ligt er buiten.